De ikoon is de religieuze beeltenis
van de oosterse christenheid. In
tegenstelling tot de religieuze kunst in het westen is de ikoon niet om
wille van het esthetische vervaardigd. In het westen heeft zeker sinds
de renaissance het idee 'schoonheid' een allesoverheersende rol in de
religieuze kunst gespeeld. In het oosten echter is het ondergeschikt
gebleven aan, en onverbrekelijk verbonden geweest met, de liturgie. Om
dit te begrijpen moet men zich in een andere denkwereld inleven: men
zal de exacte Latijnse gedachtengang, die uitgaat van de materie,
moeten vervangen voor de Griekse. Het is het denken van Plato: de weg
van de zichtbaarheden naar de denkbaarheden, van de schaduwen naar de
werkelijkheid, van de afdrukken naar de oerbeelden, van het zichtbaar
waarneembare naar het onwaarneembaar transcendente. Hier past niet meer
het Latijnse woord vidère (zien), maar
het Griekse woord theastai (schouwen), het
dóór het zintuigelijk waarneembare heenzien naar
datgene, wat daarachter ligt. Hier geldt het woord van Augustinus factum
audivimus, mysterium requiramus, dit is: wij hebben het feit
vernomen, laten wij nu naar het geheimenis speuren.
Naar IKONEN van A.M.Janssens
Moeder Gods van Kazan
Moeder Gods van Kazan
Verlosser van het gezegende stilzwijgen
Heilige Engelbewaarder
Moeder Gods van het teken
Beschermengel
De verlosser Emanuel met Artemon en Eudoxia aan zijn voeten