Ik zit in de schaduw van de wit-bloeiende bougainvillea en luister naar het gezang van de
koffie plukkers, dat zo nu en dan onderbroken wordt door gelach, of schreeuwend praten.
Vrolijke geluiden. Met gesloten ogen zuig ik de geluiden in mij op. De schrille schreeuw van
een vogeltje trekt mijn aandacht,en als ik die schreeuw nadoe, geeft het beestje direct een
antwoord. Ik herhaal het geluid een aantal keren, een spelletje dat mij een gevoel van
verbondenheid met mijn omgeving geeft. Dat geeft een plezierig gevoel.
Vanuit de radio in de woonkamer zingt zachtjes de stem van Miriam Makeba, een afrikaanse
zangeres met een goddelijke stem. Ze zingt: "No it's forbidden for my arms to hold you", een
liedje waarvan de tekst hier in dit schitterende land door menigeen bezongen zal zijn. Ik lach
stiekum waarbij ik mij gelijk ook ongemakkelijk voel. In gedachten zie ik Daan, de man van
mijn beste viendin, die mij menigmaal verwent met komplimentjes, en met zijn handen
zachtjes door mijn lange haar woelt, waarbij een gevoel vrijkomt dat maar liever niet
beschreven wordt.
De stem van de afrikaanse zangeres lijkt bedwelmend, en als ze even later een lied in het swahili zingt,ren ik naar binnen en zet de muziek zo luid mogelijk. Met krachtig volume zing ik mee. Totdat Kibaga, de hulp die dagelijks tot 7 uur 'savonds om mij heen is, met de handen op de oren naar mij toe sloft. Zijn grote donkere ogen rollen heen en weer. "Madam, madam, too much, too much", roept hij wanhopig. Van luide muziek en de tekst van het liedje moet hij niets hebben! Afgelopen is de pret. Waarschijnlijk, omdat ik maar met één oor kan horen, hou ik van luidruchtigheid, vooral als het muziek betreft. Censuur, altijd weer die censuur op geluid, eerst thuis bij mijn vader en moeder, maar ook hier in de rimboe geldt een limiet. Rekening houden met. Zou er ooit iemand rekening houden met de beperking van mij?
Vier weken later
Door een zoen van Frans op mijn horende oor, ik heb er immers maar één, ben ik ineens bijna
helemaal doof. Een zoen die door mijn beweeglijkheid pardoes op het horende oor terecht
komt. De stem van Frans klinkt als van ver, waardoor paniek door mijn hoofd raast. "Och
kom", zegt Frans, dat komt wel weer goed, gewoon even schudden met je arm. Hij vergelijkt
het probleem met dat wat hemzelf vaak overkomt als hij na het zwemmen water in zijn oor
heeft en dan ruis hoort met geluiden op de achtergrond waardoor spraakverstaan bijna niet
mogelijk is. Met alle liefde laat hij mij een paar oefeningen doen. Maar niets helpt, en ook het
begrip voor het probleem verdwijnt binnen een uur.
Om de vrolijkheid weer terug te brengen, stelt Frans voor om die avond naar de Drive-in te gaan waar de film Junglebook vertoond wordt. De drive-in is voor ons een heerlijke manier om er een avondje tussenuit te gaan. Nog voor het donker wordt gaan we op zoek naar een goede plaats waar we de auto parkeren. Vlak naast een paaltje waaraan een microfoon hangt. Het leuke van alles is dat Jochie van net 6 weken oud, ook mee kan. Hij ligt heel tevreden in zijn eigen bedje in de aangrenzende laadruimte van de auto. Terwijl wij voorin de stoelen op slaapstand zetten bestelt Frans via de microfoon op het paaltje, voor beiden fish and chips, twee Allsops (bier in grote flessen), en heet water om de fles voor jochie te verwarmen. Tijdens de film ontstaat er een probleem. Voor mij is het geluid van de film bijna niet meer te volgen, alleen als ik de volumeknop voluit draai. Zo luid, dat je de auto voelt trillen. Waardoor jochie het op gelijk een brullen zet. De film Junglebook staat vanaf dat moment gegrift in mijn geheugen. Vanaf dat moment moet ik tevreden leren zijn met ZIEN, zonder geluiden.